De timing maakt alles. En nee, je hoeft niet meteen naar de poolcirkel. Soms is één maand verschil al genoeg. Ik heb zelf vaak gemerkt dat buiten de schoolvakanties alles ineens ademt. Meer ruimte, minder stress. En je vindt ook makkelijker fijne plekken, bijvoorbeeld via https://www.petit-camping.com, waar kleinere campings vaak nét dat beetje rust geven dat je zoekt.

Mei en juni : mijn persoonlijke favoriet

Als ik één periode mag kiezen ? Dan zeg ik zonder twijfel : mei of juni. Het voelt een beetje als een geheim dat iedereen kent, maar toch blijft het rustig. In Zuid-Frankrijk ruikt alles naar wilde kruiden, in Noord-Italië is het warm maar niet verzengend, en in Spanje zit je al makkelijk op 22–25 graden.

De prijzen zijn vaak 30 tot 50% lager dan in het hoogseizoen. Dat is geen detail, dat voel je. Restaurants zijn relaxter, campingeigenaren hebben tijd voor een praatje. En wandelen of fietsen ? Veel fijner zonder die zomerse hitte. Heb je kinderen die nog niet leerplichtig zijn ? Dan is dit echt goud.

September : zomer zonder zomerstress

September is zo’n maand die me elke keer weer verrast. Je denkt : “Het zal wel afgelopen zijn.” Nou, niet dus. In Kroatië is de zee nog warm, in Portugal kun je nog steeds surfen, en in Oostenrijk zijn de bergen prachtig rustig.

Wat ik fijn vind aan september : de sfeer. Minder schreeuwende kinderen (sorry), minder animatie, meer stilte ’s avonds. En ja, prijzen zakken snel. Campings die in augustus €60 per nacht vragen, zitten ineens op €35. Dat is geen klein verschil.

April : voor de echte rustzoekers

April is een beetje een gok, dat geef ik toe. Soms regen, soms zon. Maar als je houdt van stilte en natuur, dan is dit jouw maand. In Duitsland, Tsjechië of Slovenië kun je kamperen zonder bijna iemand te zien. ’s Ochtends mist boven de velden, ’s avonds een kampvuur zonder buren die meekijken.

Niet alles is open, dat is waar. Maar dat heeft ook iets. Minder prikkels, meer aandacht voor waar je bent. En de prijzen ? Vaak belachelijk laag. Soms vraag je je af of het wel klopt.

Wanneer je beter níet gaat (tenzij je echt moet)

Juli en augustus. Het spijt me, maar ik draai er niet omheen. Het is druk, het is duur, en veel plekken verliezen hun charme. Natuurlijk, als je vastzit aan schoolvakanties, heb je weinig keuze. Dan helpt het om noordelijker te gaan : Scandinavië, Schotland, Baltische staten. Daar blijft het vaak net wat rustiger en minder verstikkend heet.

Maar als je flexibel bent ? Gebruik die vrijheid. Echt.

Dus… wanneer ga jij ?

Misschien denk je nu : “Kan ik mijn vakantie verschuiven ?” Of : “Waarom heb ik dit niet eerder gedaan ?” Goede vragen. Want kamperen draait uiteindelijk om vrijheid, niet om in de rij staan bij het sanitair.

Persoonlijk zou ik zeggen : durf buiten de piek te gaan. Het voelt misschien spannend, maar de beloning is groot. Meer rust, meer natuur, meer vakantiegevoel. En daar doen we het toch voor ?

In de tweede week van mei of net voor de zomervakantie merk je het al : campings lopen langzaam vol, maar het is nog te doen. Zeker als je een kleinere camping zoekt. Ik kijk zelf vaak even rond op sites zoals https://www.petit-camping.fr om gevoel te krijgen bij sfeer en schaal. Dat zegt soms meer dan duizend recensies.

Dordogne : natuur, zwemmen en geen hysterische drukte

De Dordogne is zo’n regio die me elke keer weer verbaast. Riviertjes waar je zó in springt, dorpen met stenen huizen waar het naar houtrook ruikt, en campings die echt op gezinnen zijn gericht. Kanoën is hier bijna verplicht. Zelfs met kids van een jaar of zeven is dat prima te doen.

Qua budget zit je hier redelijk safe. In het hoogseizoen betaal je voor een familieplek vaak tussen de 35 en 50 euro per nacht. Niet goedkoop, maar je krijgt er wel rust en ruimte voor terug. Beste periode ? Juni en begin september. In juli en augustus kan het warm worden, soms té warm. 35 graden in een tent, dat is… pittig.

Bretagne : frisse lucht, stranden en krabbetjes vangen

Bretagne is anders. Minder zonzeker, dat moet je accepteren. Maar eerlijk ? Met kinderen is dat soms juist fijn. Geen verzengende hitte, wel stranden waar ze uren bezig zijn met stenen, zeewier en kleine krabbetjes. Mijn jongste vond dat spannender dan welk aquapark dan ook.

Activiteiten zijn simpel maar leuk : fietsen langs de kust, korte wandelingen, marktjes met pannenkoeken die nét iets te vet zijn. Budgettechnisch is Bretagne vriendelijker dan het zuiden. Campings zijn vaak iets goedkoper, vooral landinwaarts. Ideale periode : juli, of zelfs augustus als je niet bang bent voor een frisse avond.

Ardèche : actie, actie en nog eens actie

Als je kinderen hebt die niet stil kunnen zitten, dan is de Ardèche een schot in de roos. Rivieren om te zwemmen, rotsen om vanaf te springen (altijd opletten natuurlijk), en volop outdoor-activiteiten. Het is hier levendig, soms een tikje chaotisch, maar wel leuk-chaotisch.

Ik vind de Ardèche in augustus eerlijk gezegd net iets te druk. Veel Nederlanders, veel Fransen, veel lawaai. Juni en begin juli zijn top. Budget ligt hier gemiddeld iets hoger dan in Bretagne, maar vergelijkbaar met de Dordogne. Reken op 40 tot 55 euro per nacht voor een goede familiecamping.

Vendée : veilig, vlak en ideaal met jonge kinderen

De Vendée wordt vaak onderschat. En dat snap ik niet helemaal. Lange zandstranden, zee die langzaam afloopt, en fietspaden waar zelfs een wiebelige kinderfiets geen probleem is. Dit is echt zo’n regio waar je ontspannen wakker wordt.

Activiteiten zijn minder spectaculair dan in de Ardèche, maar voor gezinnen met jonge kids is dat juist fijn. Zwemmen, strand, ijsje halen, klaar. Budget is gemiddeld, soms zelfs verrassend scherp buiten het hoogseizoen. Beste periode ? Eind juni of begin september. In augustus is het hier populair, dus voller.

Wanneer kiezen wat bij jullie past ?

Misschien twijfel je nu. Dat snap ik. Vraag jezelf vooral dit af : wil je rust of actie ? Zee of rivier ? Warmte of liever mild ? Voor mij persoonlijk wint de Dordogne het vaak nét, maar met peuters zou ik sneller voor de Vendée gaan. En met pubers ? Dan toch weer de Ardèche.

Frankrijk heeft veel gezichten. Het draait niet om “de beste regio”, maar om de beste regio voor jullie gezin. Neem daar even de tijd voor. Je vakantie begint eigenlijk al bij die keuze.

In deze zoektocht naar betaalbaar kamperen heb ik zelf veel gehad aan simpele, praktische info en goede voorbereiding. Soms begint dat al bij je uitrusting of inspiratie, bijvoorbeeld via een site als https://shop-camping.com, waar je ziet wat handig is zonder meteen luxe prijzen. Dat scheelt uiteindelijk meer dan je denkt, zeker als je langer weg bent.

Portugal : ruig, zonnig en verrassend betaalbaar

Laten we eerlijk zijn : Portugal blijft een topper. Vooral de westkust, richting Alentejo en een stuk boven de Algarve. Minder resorts, meer natuur. Ik stond ooit op een kleine camping bij Vila Nova de Milfontes. Simpel. Geen zwembad, geen animatie. Maar wel kliffen, een wild strand en zonsondergangen die je stil maken.

Wat kost het ?
In het voor- en naseizoen betaal je vaak tussen de 15 en 22 euro per nacht voor twee personen. In de zomer loopt het op, maar zelfs dan blijft het vaak onder de 30 euro.

Waarom ik dit fijn vind :
De zee is wild, ja. Maar dat maakt het juist mooi. Surfers, wandelaars, weinig massatoerisme. En het eten ? Een dagmenu voor 10 à 12 euro is hier geen uitzondering.

Noord-Spanje : groene kusten en lege stranden

Iedereen kent Barcelona en de Costa Brava, maar ga je iets verder naar het noorden – Asturië, Cantabrië, Galicië – dan verandert alles. Groener. Rustiger. En eerlijk : veel goedkoper.

Ik herinner me een camping net buiten Llanes. ’s Ochtends mist boven de heuvels, ’s middags zon op het strand. En nauwelijks buitenlanders.

Budgetgevoel :
Kamperen kan hier vaak voor 18 tot 25 euro per nacht. Zelfs in juli en augustus zijn er nog plekken die niet doordraaien qua prijs.

Kleine kanttekening :
Het weer is minder voorspelbaar. Maar misschien is dat juist fijn. Een dag regen, boek lezen in de tent, daarna weer zon. Ik vond dat wel iets hebben.

Griekenland (buiten de eilanden): zee, eenvoud en rust

Griekenland klinkt duur, maar dat is vooral eilanddenken. Op het vasteland, denk aan Epirus of delen van de Peloponnesos, is kamperen aan zee nog verrassend betaalbaar.

Sommige campings zijn basic tot het randje. Geen gras, soms grind. Maar je staat letterlijk aan het water. Zwemmen voor het ontbijt. Dat vergeet je niet snel.

Prijsindicatie :
15 tot 20 euro per nacht is geen uitzondering, zeker buiten augustus.

Mijn gevoel erbij :
Niet iedereen zal dit waarderen. Het is simpel, soms rommelig. Maar als je van vrijheid houdt en niet alles strak geregeld hoeft te zijn, dan zit je hier goed.

Albanië: misschien wel Europa’s best bewaarde geheim

Oké, deze verraste me echt. Albanië. De zuidkust, richting Himarë en Ksamil. Helder water, witte stranden. En prijzen waarbij je even moet knipperen met je ogen.

Kamperen :
Soms betaal je 10 tot 15 euro per nacht. Ja, echt. Inclusief uitzicht op zee.

Eerlijk gezegd :
De infrastructuur is niet overal top. Soms is een “camping” gewoon een terrein met een douche en een stopcontact. Maar de sfeer ? Warm. Gastvrij. Onopgesmukt.

Praktische tips om goedkoop aan zee te kamperen

• Vermijd augustus als het kan. Prijzen knallen omhoog, overal.
• Kijk net buiten bekende badplaatsen. Vijf kilometer verder kan zomaar 30% schelen.
• Blijf flexibel. Geen vaste planning = meer kans op goedkope parels.
• Check reviews, maar lees tussen de regels. “Te rustig” is soms precies wat je zoekt.

Dus… waar zou jij heen gaan ?

Wil je ruige natuur en golven ? Portugal of Noord-Spanje. Zon, eenvoud en rust ? Griekenland of Albanië. Wat je ook kiest, kamperen aan zee in Europa hoeft echt geen luxe-budget te zijn.

Misschien is het niet perfect. Misschien waait het soms hard of kraait er een haan om zes uur. Maar eerlijk ? Dat zijn vaak juist de herinneringen die blijven hangen.